
Spreekwoorden: (1914)
Waar 't hart vol van is, vloeit de mond van over,d.w.z. men spreekt gaarne over datgene, waarvan ons hart vervuld is; ontleend aan Matth. XII, 34: Uyt den overvloet des herten spreeckt de mont. Vgl. Ovl. Ged. I, 6: Men heeft gheseit te menegher stont dat es in den moede, dats in den mont; Ferguut, 6...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Waar 't hart vol van is, vloeit de mond van over,d.w.z. men spreekt gaarne over datgene, waarvan ons hart vervuld is; ontleend aan Matth. XII, 34: Uyt den overvloet des herten spreeckt de mont. Vgl. Ovl. Ged. I, 6: Men heeft gheseit te menegher stont dat es in den moede, dats in den mont; Ferguut, 6...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.