Historische landgoederen

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Geschiedenis en volkskunde > landgoederen
Datum & Land: 27/01/2014, NL offline
Woorden: 14


Bouwhuis
Bijgebouw op een landgoed voor diverse doeleinden (bijvoorbeeld opslagplaats voor goederen, tuinmans- of koetsierswoning, stal of werkplaats). Klassiek is een indeling met een voorplein voor het hoofdgebouw, waarop twee bouwhuizen symmetrisch zijn geplaatst. Niet zelden herbergt de één een tuinmanshuis en in de ander een koetsierswoning annex paardestallen.

Borg
Benaming voor historisch landgoed (huis en terrein) waarvan de oorsprong terug gaat tot een eigenaar die lid was van de ridderschap in de provincie Groningen.

Buitenplaats
Vanaf de zeventiende eeuw raakt bij vermogende families het bezit van een buitenplaats naast een huis in de stad in de mode. Bij historische buitenplaatsen gaat het om een van oorsprong tweede huis (naast een huis in de stad) met grond daarbij, waarop onder andere een aangelegd park te vinden was. De term buitenplaats wordt tegenwoordig ook gebruikt voor kleinere landgoederen, waarbij het zwaartepunt ligt op een monumentaal huis met een (deels) aangelegd park daarbij.

Donjon
Middeleeuwse woontoren. De toren kon dienen als zelfstandige versterkte woning, of onderdeel uitmaken van een groter complex. Meestal is in voormalige kastelen de oorspronkelijk Donjon geïntegreerd in verbouwingen van later tijd.

Folly (meervoud follies)
‘Folly’ betekent in het engels letterlijk ‘grapje’; aanduiding voor kleinere bijgebouwen op landgoederen die als vermaakarchitectuur bedoeld zijn. De vormgeving kan viarieren van stijlvol tot edelkitsch. Hoewel de vormgeving bepalend is hebben ze soms wel een functie (bijvoorbeeld theehuis of duiventil).

Havezathe
Benaming voor historisch landgoed (huis en terrein) waarvan de oorsprong terug gaat tot een eigenaar die lid was van de ridderschap in de provincies Overijssel of Drenthe.

Kasteel (Slot, Burcht)
Een huis dat van oorsprong (in de middeleeuwen) op enigerlei wijze versterkt was (bijvoorbeeld met torens, ophaalbrug, en voorburcht). De naam verwijst naar het latijnse woord castella.

Oranjerie (orangerie)
Bijgebouw op een landgoed, waar van oudsher de niet-wintervaste planten in de winter bewaard konden worden. De naam verwijst naar de oranjeboom (sinaasappel), welke naast vaak andere exotische planten in de oranjerie werden bewaard.

Pinetum
Verzameling van bomen.

Ridderhofstad
Benaming voor historisch landgoed (huis en terrein) waarvan de oorsprong terug gaat tot een eigenaar die lid was van de ridderschap in de provincie Utrecht. Tot in de 18e eeuw dienden de ridderhofsteden aan zekere eisen van versterking te voldoen (.).

Stinzenplanten
Deze planten werden op historische landgoederen door mensen geplant en waaierden uit naar de omringende omgeving. De naam verwijst het naar woord `Stins`, omdat deze planten op de Friese Stinzen voor het eerst werden geïnventariseerd.

Stins
Benaming voor historisch landgoed (huis en terrein) waarvan de oorsprong terug gaat tot een eigenaar die lid was van de ridderschap in de provincie Friesland. Het woord “stins” verwijst naar het materiaal “steen”. In de Middeleeuwen waren veel woningen nog eenvoudig van structuur en materiaal (leem, hout); een huis van enig aanzien opgetrokken in steen was een middel waarmee de adel zich kon onderscheiden van boeren en burgers.

Tuinstijlen
Door de eeuwen heen kunnen we in Europa verschillende tuinstijlen onderscheiden. De belangrijkste tuinstijlen zijn: de geometrische of formele stijl, vanaf de renainssac en de landschapsstijl vanaf de achttiende eeuw. De formele stijl maakt gebruik van eenvoudige geometrische vormen als vierkanten, cirkels en variaties daarop in een symmetrische aanleg. De landschapsstijl probeert in meer of mindere mate een natuurlijk landschap na te bootsen en is asymmetrisch van aanleg. Vanaf het midden van de 19e eeuw worden diverse combinaties van deze hoofdstijlen toegepast.

Zichtas
Een laan of doorkijk in een symmetrisch aangelegd park. Een zichtas vormt een verbinding tussen twee parkelementen, bijvoorbeeld: een doorkijk vanuit een plek in het park naar het hoofdgebouw. Met de schaalvergroting van de aangelegde tuinen en parken in de loop van de zeventiende eeuw werd de zichtas een belangrijk parkelement.