Huub`s Fibromyalgiesite

Deze woordenlijst kan afkomstig zijn van een online bron die niet meer beschikbaar is, of kan zijn samengesteld door externe bronnen. De informatie kan sinds de oorspronkelijke publicatie zijn veranderd. We raden aan om kritisch te zijn bij het beoordelen van de waarde en actualiteit ervan.
Categorie: Medisch > Fibromyalgie
Datum & Land: Me/di/sch, NL
Woorden: 177


Abdomen
(buik). Onderste helft van de romp, ofwel het lichaamsdeel dat aan de bovenkant wordt begrensd door het middenrif en de ribbenboog en aan de onderkant door het bekken.

ABWZ
Algemene Wet op de Bijzondere Ziektekosten

Acute enteritis
Een plotselinge optredende darmontsteking wordt meestal veroorzaakt door bacillen.

Adipeus
Vetophoping. Van adipositas, vetzucht.

Afonie
Stemloosheid.

Affect
Heftige gemoedsbeweging, zoals angst, vrees en woede.

Allopathie
Behandeling met geneesmiddelen in tegenstelling tot homeopathie.

Algie
(in samenstelling) pijn, bijvoorbeeld: neuralgie zenuwpijn.

Amnesie
Geheugenverlies of geheugenstoornis. Volledige geheugenstoornis of hiaat in het geheugen.

Antireumaticum
Geneesmiddel dat reumatische klachten tegengaat.

Antipyrine
Witte, reukloze, kristallijnen stof, oplosbaar in water, alcohol en chloroform. Pijnstillend.

Antidepressiva
Geneesmiddelen die zwaarmoedigheid of depressiviteit tegengaan.

Anteflexie
Naar voren buigen.

Antalgisch
Pijn vermijdend.

Ankylose
Verstijving van het gewricht.

ANF
Antinucleaire factor. Stof in het bloed, soms verhoogd bij reumatische aandoeningen.

Anamnese
Ziektegeschiedenis. Vraaggesprek van arts met patiënt dat aan het onderzoek vooraf gaat.

Analgetica
Geneesmiddelen met een pijnstillende werking.

Anxietus tibiarum
Zie restless legs.

Articulatio
Zie: Gewricht.

Artrose
Gewrichtsaandoening die gekenmerkt is door het dunner worden van het gewrichtskraakbeen en de vorming van uitgroeisels van het bot langs de randen van een gewricht.

Artritis (RA)
Gewrichtsontsteking, in het algemeen geen ontsteking die het gevolg is van besmetting met bacteriën. De meeste van deze aandoeningen worden tot reuma gerekend.

Astma
Aanvalsgewijs optredende vernauwing van de kleinste vertakkingen van de luchtpijp, ziek uitsluitend in bemoeilijkte ademhaling.

Aspecifieke pijnklachten
Pijnklachten zonder specifieke oorzaak, dat wil zeggen niet passend in een specifieke aandoening.

Atrofie
Achteruitgang in bouw en werking van organen en weefsels in het lichaam ten gevolge van het ziekteproces.

Atonie
Ontbreken van tonus of spanning van weefsels, speciaal gebruikt voor spieren.

Atlas
Eerste halswervel.

Benigne
Goedaardig. Een gezwel wordt benigne of goedaardig genoemd indien de groei beperkt blijft en het groeiend weefsel is omgeven door een kapsel.

Bechterew, ziekte van
Tot verbening voerende ontsteking van de tussenwervelschijven, wervelgewrichten, heupgewrichten, ribgewrichten. De oorzaak is onbekend. Men rekent de ziekte tot de reumatische aandoeningen.

Bilateraal
Tweezijdig of in twee richtingen. Hemilateraal is eenzijdig.

Branden op de maag (pyrosis)
branderig gevoel in de maagstreek door te veel zuur.

BSE
Bloedbezinking

Carpaal tunnelsyndroom
Aanvallen van hevige branderige pijn in de duim of een van de vingers door inklemming van de middenzenuw.

Carotiden
Halsslagaders.

Capsula articularis
Zie: Gewrichtskapsel.

Canalis vertebralis
Door de

CAK-BZ
Centraal Administratie Kantoor-Bijzondere Zorgkosten

Caterplexie
Buigmogelijkheid naar opzij.

Cerebraal
1. Tot de hersenen behorend. 2. Uitsluitend verstandelijk redenerend.

Cefhalea
Hoofdpijn. Ziekteverschijnsel waarbij onaangename gevoelens optreden in het gehele hoofd of delen daarvan.

Cefalalgie
Hoofdpijn.

Cervicaal
Tot de nek of hals behorend.

Chronisch
Langdurig of sluipend; gezegd van een ziektebeeld of proces dat is gekenmerkt door lange duur.

Cicatrix
Litteken.

CK
Stof in het bloed; maat voor spierafbraak.

Claudiocattio intermittens
Hinken of manklopen. Onregelmatige gang door het niet normaal functioneren van een been, bijvoorbeeld intermitterend hinken.

Corrigens
Stof die een geneesmiddel in gunstige zin wijzigt, bijvoorbeeld: wat betreft smaak en geur.

Conversie
Zich uiten van geestelijke spanningen en emoties in de vorm van lichamelijke klachten. Het orgaan waarvan de klachten uitgaan behoeft geen zichtbare afwijkingen te vertonen.

Contractie
Samentrekking van spierweefsel, resulterend in verhoging van de spanning (tonus) in de spier en doorgaans leidend tot verkorting van de spier.

Configuratie
Formatie.

Conditie
1. Voorwarde voor genezing. 2. Toestand waarin iemand lichamelijk of geestelijk verkeert.

Columna vertebralis
Wervelkolom.

Collum
1. Hals, het gedeelte tussen hoofd + borstkas. 2. Verbindingsstuk tussen twee belangrijke onderdelen, bijvoorbeeld: collum femosis, hals van het dijbeen, verbinding tussen kop + schacht van het dijbeen. 3. Nauw uiteinden, bijvoorbeeld: collum uteri, hals van de baarmoeder.

Coxartose
Slijtageproces van het heupgewricht, met als belangrijkste ziekteverschijnselen pijn en bewegingsbeperking.

Coxalgie
Pijn in de heup door een aandoening van het heupgewricht.

Coxa
Heup.

Crohn, ziekte van
Bepaalde ontsteking van een deel van de dunne darm, met als belangrijkste verschijnsel herhaalde dunne ontlasting.

CTG
College Tarieven Gezondheidszorg

CVD
Centraal Veneuze Druk; druk in de aderen.

CVZ
College voor Zorgverzekeraars

Distaal
Het verst van het verwijderde punt.

Dissimulatie
Verschijnsel waarbij de patiënt het ziekzijn niet onder ogen wil zien en voor zichzelf en zijn omgeving de ziekteverschijnselen als minder erg voorstelt dan zij in werkelijkheid zijn.

Dip-gewrichten
Distale Interphalangeale gewrichten. Gewrichten aan uiteinden van de vingers.

Diagnose
Vaststelling van de aard van een ziekteproces.

EMG
Onderzoek naar geleidingssnelheid van zenuwen.

EPD
Elektronisch Patiënte Dossier

Extensie
Strekbeweging in gewricht.

Expiratie
Uitademing.

Exacerbatie
Plotselinge verergering van een ziekte.

Extremiteit of lidmaat
Arm of been

Fasciculatie
Onwillekeurige, onregelmatige samentrekking van kleine bundels spieren.

Fibrosis
(fibrose vaof bindweeefseling). Toeneming van de hoeveelheid bindweefsel in een orgaan, doorgaans een teken van verminderde werking van dat orgaan.

Fibrositis
(bindweefselontsteking). Het geheel van ziekteverschijnselen gekenmerkt door een geleidelijk toenemende of langdurige optredende pijn, algehele gevoeligheid van het lichaam en gewrichts-en spierstijfheid door een algemene aandoening van het bindweefsel.

Fibromyalgie
FM-FMS Fibromyalgie. Chronische ziekte aan bewegingsapparaat waaronder spieren, gewrichten, pezen en kapsel. Kenmerken: veel pijn, vermoeidheid en diverse andere klachten.

Flexie
Buigbeweging van het gewricht.

FMS
Fibromyalgie syndroom: zie: FM: Fibromyalgie. Chronische ziekte aan bewegingsapparaat waaronder spieren, gewrichten, pezen en kapsel. Kenmerken: veel pijn, vermoeidheid en diverse andere klachten.

FM
Fibromyalgie. Chronische ziekte aan bewegingsapparaat waaronder spieren, gewrichten, pezen en kapsel. Kenmerken: veel pijn, vermoeidheid en diverse andere klachten.

Funduscopie
Onderzoelk naar het netvlies.

Fysiotherapie
Onderdeel van de geneeskunde warbij de patiënt wordt behandeld met fysische (natuurkundige) methodes, onder andere massage, oefenen, warmte en bestraling.

GAK
Gemeenschappelijk Administratie Kantoor.

Gevoel
(sensibiliteit) 1. Mogelijkheid tot het verkrijgen van een bepaalde zintuigelijke gewaarwording, zoals tastgevoel, drukgevoel, koude-en warmtegevoel, pijngevoelens. 2. Emotie of stemming.

Gewrichtsslijtage
Zie:  Artrose.

Gewrichtsontsteking
Zie:  Artritis.

Gewrichtskapsel
(capsulo articularis) stevige bindweefselmantel ter weerszijde van de gewrichtsspleet aan beide beenstukken vastgehecht en daarmee het gewricht tot een gesloten holte makend.

Gewrichtsaandoening
Pijn, zwelling, stijfheid, bewegingsbeperking in een of meer gewrichten, veroorzaakt door ontsteking, slijtage, stofwisselingsstoornis of letsel.

Gewricht
(ariculatio). Iedere verbinding tussen twee of meer botstukken van het skelet.

Globulinen
Een van de drie soorten eiwitten in de bloedvloeistof. Metde albumine fibrinogeen maken zij ongeveer zeven procent van de bloedvloeistof uit.

Gonitis
(of gonartritis) Ontsteking van een kniegewricht.

Gonartritis
(of gonitis) Ontsteking van een kniegewricht.

Gonatrose
Reumatische aandoening van een kniegewricht.

Hemiparese
Onvolledige verlamming van spieren aan één zijde van het lichaam.

Heup (Coxa)
Gebied van het heupgewricht met de omgevende weke-delen.

Heupaandoening
Letsel, ontwrichting, ontsteking, slijtage, aangeboren misvorming of groeistoornis van de heup.

Heupartose (artritis coxae)
Aandoening van het heupgewricht, die is gekenmerkt door het dunner worden van het gewrichtskraakbeen dat ten slotte afslijt, waardoor het onderliggende bot erover gaat schuren, hetgeen ernstige pijnklachten geeft.

Hyperventilatie
Zodanige toeneming van de ademhaling dat het koolzuurgehalte van de uitademingslucht daalt tot de helft of minder. Te onderscheiden van hypoventilatie te geringe ademhaling.

Hyperthesie
Overmatige gevoeligheid voor zintuigprikkel in de huid en het onderhuidse weefsel. Te onderscheiden van parenthesie, tintelingen in de huid zonder prikkeling van buitenaf  van hypesthesie  verminderd tastgevoel en anesthesie, gevoelloosheid.

Hyperalgesie
Verhoogde gevoeligheid voor pijnprikkels, vooral van de huid.

Hypotonie
Verlaagde spanning, meestal van spieren. Te onderscheiden van hypertonie, verhoogde spanning en vanatonie, spannningsloosheid.

IGZ
Inspectie voor de Volksgezondheid

IKG
Informatie-en Klachtenbureau Gezondheidszorg