
de geitenbreier zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: gei·ten·brei·er Verbuigingen: geitenbreiers (meerv.)
halfzacht persoon Voorbeeld: 'Wat een stelletje geitenbreiers daar in de gemeenteraad.' Synoniemen: : zeurpiet, halfzachte Synoniemen: lammeling lamzak lanterfanter lapzwans leegloper lijntrekker nietsnut slampamper slapkous zeikerd z...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/geitenbreier

1) Leegloper 2) Halfzacht figuur 3) Zeikerd 4) Zemel 5) Zeur 6) Zeurkous 7) Zeurpiet 8) Slapkous 9) Slampamper 10) Teut 11) Halfzacht persoon 12) Lapzwans 13) Lijntrekker 14) Nietsnut 15) Lanterfanter 16) Lammeling 17) Lamzak 18) Rare kwibus
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Geitenbreier/1

(Amsterdams) slappeling
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/11482

onhandig persoon (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/geitenbreier
Geen exacte overeenkomst gevonden.