kopen werkw. Uitspraak: [ ˈkopə(n) ] Afbreekpatroon: ko·pen Vervoegingen: kocht (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekocht (volt.deelw.) voor geld in je bezit krijgen Voorbeelden: 'groente en vlees kopen' , 'een nieuwe fiets kopen' Antoniem: verkopen Daar koop ik niks voor. (daar heb ik niets aan) Zie ook: koop Synoniemen: aankoop ...
1) Verkrijgen 2) Verkrijging 3) Verwerving 4) Verwerven 5) Geld uitgeven om iets te verwerven 6) Verwerven door betaling 7) Een transactie voltooien om eigendom te verkrijgen 8) Betalen om iets te krijgen 9) Geld ruilen voor goederen 10) Afnemen 11) Betalen 12) Betrekken 13) Aankoop 14) Aanschaf 15) Aanschaffen 
door betaling verwerven
door betaling verwerven (toon de herkomst via de etymologiebank)
overeenkomstenrecht: aanschaf van goederen en/of genot van diensten tegen betaling. ...
het krijgen in ruil voor geld vb: ik koop een nieuwe jas
•in ruil voor geld iets in bezit krijgen.
In ruil van geld iets in bezit krijgen.
door betaling verwerven
Overeenkomst waarbij iemand eigendom verkrijgt in ruil voor een geldelijke tegenprestatie.