
aanslepen werkw. Uitspraak: [ 'anslepə(n) ] Afbreekpatroon: aan·sle·pen Vervoegingen: sleepte aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft aangesleept (volt.deelw.)
1) (van een probleem) te lang zonder oplossing duren Voorbeelden: 'De verbouwing zal zeker aanslepen tot volgend jaar.' , 'De blessure blijft aanslepen.' Synoniem: vo...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanslepen

1) Te lang duren 2) Aanzeulen 3) Aanbrengen 4) Moeizaam aandragen 5) Met moeite aandragen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanslepen/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.