
aanwaaien werkw. Uitspraak: [ ˈanwajə(n) ] Afbreekpatroon: aan·waai·en Vervoegingen: waaide aan (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is aangewaaid (volt.deelw.)
1) komen aanwaaien (onverwacht op bezoek komen)
2) het komt iemand aanwaaien (iemand hoeft er geen moeite voor te doen)
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/aanwaaien

1) Verwerven 2) Op bezoek komen 3) Onverwachts langskomen 4) Moeiteloos verwerven 5) Heel onverwachts komen
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Aanwaaien/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.