Let op: Spelling van 1858 Lat., abréviateur, Fr., een verkorter. Abreviatores, abréviateurs (in de pauselijke kanselarij) die personen, welke de bullen, brevetten en andere geschriften stellen, waarbij men zich van vele verkortingen pleegt te bedienen. Abreviatuur, abréviatie, verkorting der woorden,...
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Geen exacte overeenkomst gevonden.