achteroverslaan werkw. Afbreekpatroon: ach·ter·over·slaan Verbuigingen: sloeg achterover Vervoegingen: achterovergeslagen (volt.deelw.) 1) in één teug een drankje opdrinken Voorbeeld: 'Hij sloeg snel zijn ouwe klare achterover voordat hij weer de barre kou inging.' 2) achterwaarts vallen, vaak figuurlijk van verbazi...
1) Snel leegdrinken 
• [ov] in één teug een drankje opdrinken. • [erga] achterwaarts vallen, vaak figuurlijk van verbazing.