achtervolgen werkw. Uitspraak: [ ɑxtərˈvɔlxə(n) ] Afbreekpatroon: ach·ter·vol·gen Vervoegingen: achtervolgde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft achtervolgd (volt.deelw.) 1) achter (iemand) aan rennen of rijden Voorbeeld: 'De politie achtervolgt de betogers.' 2) voortdurend lastigvallen Voorbeeld: 'Zijn v...
1) Achternalopen 2) Achternazitten 3) Hinderen 4) Iemand volgen 5) Lastig vallen 6) Najagen 7) Nalopen 8) Narennen 9) Nastevenen 10) Nazetten 11) Nazitten 12) Schaduwen 13) Stalken 14) Vervolgen 1) Achternalopen 2) Achternazitten 3) Jacht 4) Najagen 5) Nalopen 6) Narennen 7) Narijden 8) Nazitten 9) Opjagen 10) Schaduwen 11) Stalken 12) Vervolgen 13) Volgt 14) Voortzetten 
achter iemand aanlopen en hem proberen te pakken vb: de politie achtervolgde de inbreker
•iets of iemand trachten in te halen.