
of ETHELNOTH of EGELNODUS Overl. 1038 Zoon van Aethelmar de grote en vriend van Aelfric, de taalgeleerde. Als kleinzoon van Aethelweard was hij lid van het koninklijk huis van Wessex. Hij was eerst monnik in Glastonbury, later deken in Canterbury en kapelaan van Knud de Grote, op wie hij een grote invloed uitoefende. Hij werd tot bisschop v...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10495
Geen exacte overeenkomst gevonden.