afhankelijk bijv.naamw. Uitspraak: [ ɑf'hɑŋkələk ] Afbreekpatroon: af·han·ke·lijk 1) als je hulp van anderen nodig hebt Voorbeeld: 'De bejaarde is hulpbehoevend en afhankelijk van de thuiszorg.' Antoniemen: onafhankelijk, zelfstandig 2) als iets door iets anders wordt bepaald Voorbeeld: 'Het tarief van de ad...
1) Gebonden 2) Ondergeschikt 3) Onzelfstandig 4) Hulp behoevend van anderen 5) Hulpbehoevend 6) Onvrij 7) Onderworpen 8) Verslaafd 9) Verbonden 10) Partijdig 11) Onderdanig 12) Onderschikkend 13) Onderhorig 14) Niet zelfstandig 15) Horig 16) Dependent 17) Releveren 
afhangend van iemand of iets; bepaald of mede bepaald wordend door iets anders steun, zorg of hulp behoevend van iemand of iets; ook: om te overleven aangewezen zijnde op iets of iemand verslaafd in ondergeschikte betrekking staand tot iemand of iets; ressorterend onder; vallend onder
Synoniem: dependent (Eng) Twee gebeurtenissen A en B zijn afhankelijk, als de voorwaardelijke kans op A gegeven B niet gelijk is aan de onvoorwaardelijke kans op A, dus als P(A¦B) 
steun behoevend, ondergeschikt (toon de herkomst via de etymologiebank)
•genoodzaakt op anderen te vertrouwen • [wiskunde] medeveranderend met een andere grootheid.
ondergeschikt of onderworpen aan
dependent
Afhankelijk kan verwijzen naar: [basiswoordenlijst groep 7]