de onderdaan zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈɔndərdan ] Afbreekpatroon: on·der·daan Verbuigingen: onderdanen (meerv.) iemand als inwoner van een bepaalde staat, vooral van een koninkrijk Voorbeeld: 'Poolse onderdanen die in Nederland wonen, mogen hier niet stemmen.' Synoniemen: heerser (antoniem) 
1) Aan een vorst ondergeschikte 2) Ingezetene 3) Inwoner 4) Inwoner onderdanig aan een vorst 5) Bewoner van een land 6) Ondergeschikte 7) Inwoner van een land 8) Dienaar 9) Onderzaat 10) Burger 
onderworpene (toon de herkomst via de etymologiebank)
wie aan de staat moet gehoorzamen vb: zij horen tot de onderdanen van dit land
afgemat - Voorbeeld: ‘Jan was nog onderdaan in de gejaagdheid van de beroerte zijn knieën en handen drukten met de zwaarte van zijn lijf de gevelde vent vast’ (Langs Wegen - Geurts II 69)
iemand die ondergeschikt is aan de overheid
internationaal publiekrecht: bewoner van een bepaald gebied, waardoor hij ondergeschikt is aan de regerende vorst of regering. ...staatsrecht: bewoner van een gebied onder een regerende vorst of een soevereine staat. ...