(van geluiden) plots afbreken, plots doen ophouden. - Voorbeeld: ‘'t Galmde over 't veld nu en 't verstierf in een rustig weglekend fluiten; en dapperder nu, kort afgekapt’ - Voorbeeld: ‘'t Werd een nieuw opstormend en fel keelgeluid, afgekapt, gerond en gekruld’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php
1> een schip aan de achterzijde inkorten. AFGEKAPT (ACHTER)SCHIP: een modern (achter)schip met een nagenoeg verticaal vlak als achtersteven. [ Afbeelding ] 2> KLINKEN AFKAPPEN: met een beitel de klinkkoppen verwijderen. Gevonden op https://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/index.php?woord=a#afkappen