de aflaatbrief zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: af·laat·brief Verbuigingen: aflaatbrieven (meerv.) Verbuigingen: aflaatbriefje (verkleinwoord) een papier waarmee officieel een aflaat verleend wordt Voorbeeld: 'Hij bewaarde zijn aflaatbrief zeer zorgvuldig in een geheime opbergplek.' . 4 definities...
1) Kerkelijk document 2) Oorkonde waarin aflaat wordt verleend 
brief, oorkonde waarmee aan iemand een aflaat werd verleend
•een papier waarmee officieel een aflaat verleend wordt.
Schriftelijke oorkonde waarin een kwijtschelding beschreven staat van (tijdelijke) straffen in het vagevuur. De biechtvader kon de bezitter van de aflaatbrief eenmaal in zijn leven of bij diens sterven een volle aflaat verlenen. 
Schriftelijk bewijs van de Kerk dat een aflaat verleend is.
Documenten die de officiële kwijtschelding door de Kerk van de tijdelijke straffen die men na vergeving van de zonden nog zou moeten doorstaan, bevestigen. In 1567 werden deze documenten van onwaarde verklaard