de aflossing zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ 'ɑflɔsɪŋ ] Afbreekpatroon: af·los·sing Verbuigingen: aflossingen (meerv.) 1) periodiek te betalen bedrag voor een lening Voorbeeld: 'De hoogte van de aflossing bedraagt 500 euro per maand.' 2) actie dat werk wordt overgenomen Voorbeeld: 'de aflossing van de wacht bij...
1) Afbetaling 2) Afkoop 3) Aflossingsbedrag 4) Amortisatie 5) Termijnbetaling 6) Vervanging 1) Afbetaling 2) Afkoop 3) Aflossingsbedrag 4) Betaling van een schuld 5) Deel van een terugbetaling 6) Delging 7) Het geheel voldoen van een schuld 8) Het terugbetalen van geleend geld 9) Jaarbedrag 10) Periodieke afbetaling 11) Periodieke terugbetaling 12) Schaatsterm 13) Schulddelging 14) Termijnbetaling 
Een terugbetaling van geleend geld ineens of in termijnen. De term wordt ook gebruikt om een aflossingstermijn aan te duiden.
het vervangen van iemand vb: de aflossing van de voorzitter was een feit
•het aflossen. •een bedrag waarmee een schuld wordt afgelost in termijnen.
Een terugbetaling van geleend geld ineens of in termijnen.
Uitgelote of om andere redenen betaalbaar gestelde obligatie.
Het (periodiek) afbetalen van een lening.
Het terugbetalen van (een gedeelte) van een schuld.
incasso: terugbetaling in termijnen van geleend geld. De wijze van aflossing wordt geregeld in de overeenkomst van geldlening. ...
Terugbetaling van de hypotheekschuld, geheel of in delen. Ook gebruikt om één aflossingstermijn aan te duiden.