afspieden, afloeren, afluisteren - Voorbeeld: ‘Na de drie eerste (deuntjes) stond het pleintje vol toehoor ders en ondertussen zaten wij buiten aan een herberg dat spel af te muizen’ Gevonden op https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php