afwijzen, afweren, beantwoorden - Voorbeeld: ‘De wapenmeester echter schampte de pastoor af met een snauw en een grol van: elk zijn zaken’ - Voorbeeld: ‘Maar dan sporrelde de boer op en herhaalde zijn eeuwige spreuk waarmede hij gewend was elke redenering af te schampen’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0004.php