
afsnauwen werkw. Uitspraak: [ 'ɑfsnɑuwə(n) ] Afbreekpatroon: af·snau·wen Vervoegingen: snauwde af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgesnauwd (volt.deelw.)
(iemand) boos en kortaf toespreken Voorbeeld: 'je kinderen afsnauwen omdat ze vervelend zijn' Synoniemen: afbekken afblaffen snauwen toebijten toesnauwen uitvallen tegen
Gevonden op
https://woorden.org/woord/afsnauwen

1) Aanblaffen 2) Katten 3) Afkatten 4) Bits toespreken 5) Bits antwoorden 6) Toesnauwen 7) Toebijten 8) Verhabbezakken 9) Afgrauwen 10) Afblaffen 11) Afbekken 12) Afbassen 13) Begrauwen 14) Snauwen 15) Kortaf antwoorden
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Afsnauwen/1

• [ov] iemand op geïrriteerde toon kortaf antwoorden.
Gevonden op
https://nl.wiktionary.org/wiki/afsnauwen
Geen exacte overeenkomst gevonden.