de afspraak zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈɑfsprak ] Afbreekpatroon: af·spraak Verbuigingen: afspraken (meerv.) gesproken of schriftelijke overeenkomst Voorbeelden: 'een afspraak maken met een adviseur' , 'een afspraak afzeggen' , 'tegen de afspraak in toch diep in de nacht vliegtuigen laten landen en opstijgen' Synoniemen: afgespr... Gevonden op https://woorden.org/woord/afspraak