afwassen werkw. Uitspraak: [ ˈɑfwɑsə(n) ] Afbreekpatroon: af·was·sen Vervoegingen: waste af (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft afgewassen (volt.deelw.) door wassen schoonmaken Voorbeeld: 'Glazen kun je beter met de hand afwassen.' Synoniemen: wassen Spreekwoorden en zegswijzen • dat kan al het water van de zee niet Gevonden op https://www.woorden.org/woord/afwassen