I alluviaal bijv.naamw. Afbreekpatroon: al·lu·vi·aal Verbuigingen: alluvialer Verbuigingen: alluviaalst 1) door aanslibbing ontstaan 2) holoceen II alluviaal zelfst.naamw. Afbreekpatroon: al·lu·vi·aal Verbuigingen: alluvialen (meerv.) het losse materiaal (regoliet) dat als sediment door een rivier is afgeze...
1) Aangeslibd 2) Uit een geologisch tijdperk 3) Uit zeker geologisch tijdperk 
Heeft betrekking op sedimenten die afgezet zijn door een rivier of een beek, dus aarde of bodemmateriaal dat is afgezet door aanslibbing, zoals rivierbedden, delta`s en stroomvlaktes.
onstaaan door aanslibbing (Pantanal in Brazilië)
Alluviaal of alluvium is het losse materiaal (regoliet) dat als sediment door een rivier is afgezet. Een rivier is alluviaal als hij over zijn eigen afzettingen stroomt, waardoor erosie mogelijk is van materiaal dat elders weer wordt afgezet. Rivieren kunnen evenwel niet-alluviale vakken hebben. Rotslagen, begroeiing bijvoorbeeld in de uiterwaarden...
Heeft betrekking op sedimenten die afgezet zijn door een rivier of beek.
een alluviale bodem bestaat uit door een rivier aangeslibde bodem, dit is een rijke, vettige bodem
Afzetting van aarde, zand en ander meegevoerd materiaal dat is achtergelaten door water dat stroomt over land dat niet permanent bedekt is met water; hoofdzakelijk van toepassing op de afzettingen die zich hebben gevormd in rivierdalen en -delta's