I anders bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈɑndərs ] Afbreekpatroon: an·ders verschillend Voorbeeld: 'iets anders' Antoniem: hetzelfde Ik heb wel wat anders te doen. (<dit zeg je als je je tijd liever aan iets belangrijkers besteedt>) anders zijn (homoseksueel zijn) andersdenkend (met een andere overtuiging) II anders bijwoord Uitspraak: [...
1) Abnormaal 2) Afwijkend 3) Afwijkend van de norm 4) Alias 5) Anderszins 6) Apart 7) Beter 8) Bijwoord 9) Broodbeleg 10) Divers 11) Gewoon 12) Gewoonlijk 13) In hoge mate 14) Jongensnaam 15) Niet gelijk 16) Niet hetzelfde 17) Niet op deze manier 18) Niet op deze wijze 19) Niet op dezelfde manier 20) Niet zo 1) Afwijkend 2) Aliter 3) Anderszins 4) Apart 5) Beter 6) Bijzonder 7) Different 8) Ongelijksoortig 9) Opnieuw 10) Origineel 11) Raar 12) Strijdig 13) Tenzij 14) Veranderd 15) Verscheiden 16) Verschillend 17) Vreemdsoortig 
Anders is een Scandinavische jongensnaam. Het betekent `dapper, heldhaftig Man`.
op andere tijden vb: Jan is erg stil terwijl hij anders altijd veel te vertellen heeft
•op ander
bijwoord van modaliteit: op andere wijze
bijwoord van modaliteit: op andere wijze