[Mil. Woordenboek, spelling van 1861 ``Ankergrond``] het gedeelte van den bodem der zee of eener rivier, waarin het anker nedergelaten wordt; hij moet in het algemeen vast, maar niet rotsachtig zijn, zoodat het anker kan vatten en blijft zitten, zonder klippen of riffen, waaraan het touw stuk zoude wrijven. Bij rivieren welke veel zand medev... Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/land016mili01_01/land016mili01_01_0002.htm