de apostel zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ aˈpɔstəl ] Afbreekpatroon: apos·tel Verbuigingen: apostelen, apostels (meerv.) één van de twaalf leerlingen van Jezus Voorbeeld: 'Paulus wordt wel de dertiende apostel genoemd' Synoniem: discipel Synoniemen: discipel Gevonden op https://woorden.org/woord/apostel
Let op: Spelling van 1858 gezant, leergezant. Apostolische, van eenen apostel afkomstig. Apostolische stoel, pauselijke waardigheid. Apostolische Koning, titel des Konings van Hongarije Gevonden op https://dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/
Een van de twaalf discipelen door Jezus uitverkoren om hem tijdens zijn leven te vergezellen en na zijn dood het evangelie te verspreiden. Gevonden op https://encyclo.nl/lokaal/10443
•elk van de voornaamste twaalf leerlingen van Jezus en eerste verkondigers van het christendom. •verkondiger van een nieuwe leer. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/apostel
1> verticale steunbalk onder een schip dat op de werf staat. 2> verticaal deel van het berghout tussen twee berghouten of tussen berghout en dek . Gevonden op https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=apostel
In het algemeen mensen die een boodschap moeten overbrengen, boodschappers dus. In de context van de christelijke iconografie specifiek gebruikt om te verwijzen naar de twaalf getuigen die werden uitgezonden om de woorden van Jezus Christus te prediken Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11605