de appelbloesem zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'ɑpəlblusəm ] Afbreekpatroon: ap·pel·bloe·sem Verbuigingen: appelbloesems (meerv.) bloesem van de appelboom Voorbeeld: 'mooie oude boom vol in de appelbloesem' Gevonden op https://woorden.org/woord/appelbloesem