arceren werkw. Uitspraak: [ ɑr'serə(n) ] Afbreekpatroon: ar·ce·ren Vervoegingen: arceerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gearceerd (volt.deelw.) (een vlak) vullen met evenwijdige streepjes Voorbeelden: 'gouden gearceerde manchetknopen' , 'Op een gearceerd gedeelte van een wegdek mag je niet rijden of parkeren.' Synoniemen: harc...
1) Een vlak vullen met lijnen 2) Het aanbrengen van schuine strepen 3) Kleuren door middel van evenwijdige lijntjes 4) Lijnen trekken 5) Met lijnen aanduiden 6) Met lijnen invullen 7) Met lijnen vullen 8) Met streepjes invullen 9) Met streepjes opvullen 10) Reliëf weergeven 11) Schaduwen 12) Schrafferen 1) Schaduwen 2) Schrafferen 3) Strepen 
lijnen naast elkaar trekken (toon de herkomst via de etymologiebank)
Techniek bij het tekenen; door vele min of meer evenwijdige lijnen naast elkaar te zetten wordt een toon gemaakt
Het evenwijdig naast elkaar zetten van lijnen. Vooral bij houtsnede en gravure de gebruikelijke methode om halftonen, grijze tinten en schaduwen te suggereren
lijnen trekken in tekening
lijnen trekken
(arceren / harceren) Het aanbrengen van lijntjes, (halfronde) haakjes of punten in een afbeelding om daarmee een schaduw- of halftooneffect te bewerkstelligen. Deze lijntjes, enz. kunnen recht of krom zijn, parallel lopen, of elkaar kruisen (een of meermaals). Het effect kan ook bereikt worden door een spiraalvormig lijnenspel, of aaneengesloten op...
Schakering aanbrengen of modelleren met fijne, dicht opeenstaande en parallel lopende lijntjes.