
de surfplank zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'sʏrfplɑŋk ] Afbreekpatroon: surf·plank Verbuigingen: surfplanken (meerv.)
plank waarop je surft (1) Gevonden op
https://woorden.org/woord/surfplank

1) Zeilschip 2) Sportvaartuig 3) Zeilplank 4) Zeilboot 5) Voor het surfen gebruikte plank 6) Sportartikel 7) Plank met zeil 8) Watersportartikel 9) Boot 10) Vaartuig 11) Windsurf
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Surfplank/1

langwerpige plank, meestal in kunststof, die vooraan en achteraan uitloopt in een opgerichte punt en soms voorzien is van een mast en een zeil, en waarop surfers plaatsnemen bij het beoefenen van hun sport
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/surfplank

Hoewel er Nederlandse woorden zijn voor de onderdelen van een surfplank, zijn de Engelse woorden 'nose', 'tail' en 'skeg' gangbaar. De windsurfplank bestaat uit een drijflichaam van veelal kunststof, voorzien van een beweegbaar tuig.
Gevonden op
https://nl.wikipedia.org/wiki/Surfplank
Geen exacte overeenkomst gevonden.