de asem zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: asempje (verkleinwoord) adem, levenslucht, ademhaling Voorbeeld: 'De benauwde man kon haast geen asem meer krjgen.' . 7 definities Gevonden op https://www.woorden.org/woord/asem
Spreekwoorden: (1914) Zijn asem over iets laten gaan, d.w.z. eig. iets van nabij bekijken of beruiken; fig. zich met iets bemoeien. Vgl. Huygens, Hofw. 2261: 'k Wouw dat men aessem me iens gaen mocht over 't suyvel; Asselyn, Spilp. 10: De keukenklauwers, die toch niet gerust zijn of ze moeten, over al 't geen er te vuur g... Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10778