
opsouperen werkw. Uitspraak: [ 'ɔpsuperə(n) ] Afbreekpatroon: op·sou·pe·ren Vervoegingen: soupeerde op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft opgesoupeerd (volt.deelw.)
iets opmaken of opgebruiken Voorbeelden: 'geld opsouperen' , 'alle reserves opsouperen' ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/opsouperen

1) Opmaken 2) Verkwisten 3) Verbrassen 4) Verteren
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Opsouperen/1

opmaken, volledig verbruiken WOORDFEIT: Zoals opeten 'al etend opmaken' betekent en opdrinken 'al drinkend opmaken', zo is de letterlijke betekenis van opsouperen 'al souperend opmaken'. Souperen is een enigszins verouderd woord voor 'de avondmaaltijd gebruiken'. Het is ontleend aan het Franse souper , dat is afgeleid van soupe 'soep'. Opsouperen w...
Gevonden op
https://onzetaal.nl/uploads/nieuwsbrieven/opsouperen.html
Geen exacte overeenkomst gevonden.