I bacteriofaag bijv.naamw. Afbreekpatroon: bac·te·rio·faag specifieke bacteriën aantastend en meestal ook vernietigend II de bacteriofaag zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bac·te·rio·faag Verbuigingen: bacteriofagen (meerv.) Verbuigingen: bacteriofaagje (verkleinwoord) een virus dat bacteriën infecteert Voorbeeld: 'Het grot...
1) Bacteriedodend organisme 2) Bacteriedoder 
Virus dat bacteriën infecteert en door zijn vermenigvuldiging deze doodt.
virus dat bacteri?n attaqueert (toon de herkomst via de etymologiebank)
virus dat bacteriën attaqueert
virus dat een bacterie als gastheer heeft, het virus bevindt zich dus in de bacterie
Een virus dat bacteriën infecteert. Bij genetische modificatie worden fagen gebruikt als vector (transportmiddel) om †œvreemd† genetisch materiaal bij bacteriën in te brengen.
Virus dat bacteriën aantast en meestal vernietigt..