de badkuip zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈbɑtkœyp ] Afbreekpatroon: bad·kuip Verbuigingen: badkuipen (meerv.) bad (1) Voorbeelden: 'de badkuip vol laten lopen' , 'kleren uitspoelen in de badkuip' Synoniemen: bad 
1) Deel van een badkamer 2) Sanitaire voorziening 3) Wasgelegenheid 4) Tobbe 5) Badkameraccessoire 6) Tub 7) Sanitair 8) Badkamersanitair 9) Wastobbe 
porseleinen kuip in de badkamer waarin iemand zittend of liggend kan baden; kuip waarin je kunt baden; kuip waarin je een bad neemt
Commandobrug van een onderzeeër.
Badkuipen op (schaalmodellen van) motorfietsen uit de jaren vijftig: Mondial 250 cc, Gilera 500 cc en Moto Guzzi 500 ccBijnaam voor de druppelstroomlijn die in de jaren vijftig op wegrace-motoren werd gebruikt.
•een waterreservoir waarin één of enkele personen zich kunnen wassen en baden.
kuip waarin men een bad neemt
Een badkuip is een ligbad. [basiswoordenlijst groep 4]