de bakfiets zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bak·fiets Verbuigingen: bakfietsen (meerv.) Verbuigingen: bakfietsje (verkleinwoord) een driewielige fiets die voorzien is van een laadbak Voorbeeld: 'Mijn bakfiets is gisteren gestolen.' . 4 definities...
1) Bestelfiets 2) Carrier 3) Door spierkracht aangedreven voertuig 4) Driewieler voorzien van laadbak 5) Driewielig voertuig 6) Fiets 7) Rijwiel 8) Rijwiel voor transport 9) Transportmiddel 10) Triporteur 11) Vervoermiddel 12) Voertuig 13) Voertuig met kettingaandrijving 14) Vrachtfiets 1) Carrier 2) Triporteur 
Bijnaam voor een motor met zijspan.
1) tweewielige of driewielige fiets met voorop een grote bak die specifiek bedoeld is voor het vervoer van goederen; fiets met bak voor goederenvervoer 2) tweewielige of driewielige fiets met voorop, tussen het stuur en het voorwiel of ter hoogte van de twee voorwielen, een grote bak met zitjes die specifiek bedoeld is voor het vervo...
•een driewielige fiets,voorzien van een laadbak.
[Onderdelen van een fiets] Fiets met een bak voor het stuur.