
praten, zwetsen, grootspreken, snoeven - Voorbeeld: ‘
Naarden zat ergens in De Plezante Hoek of in De Groene Voorde aan 't kaartspelen of te baleien met jong volk’ - Voorbeeld: ‘
Daarom hadden ze (= de boeren) er nu behagen in te baleien, te zwetsen en zoveel mogelijk malkanders vrucht te verleggen’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.