
1.verdoofd door geraas, slecht horende (DB, GL) Voorbeeld: ‘
De wind en de regen mieken mij baloorde’ 2.wild, weerspanning, kittelorig, driftig, onrustig, boos. Voorbeeld: ‘
't Schijnt wel of een kudde baloorde buffels er de boden hebben omgewoeld’
Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0005.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.