agiteren werkw. Afbreekpatroon: a - gi - 'te - ren Herkomst: «Frans Vervoegingen: agiteerde (verl.tijd ) Vervoegingen: geagiteerd (volt.deelw.) zenuwachtig maken algemeen Voorbeeld: 'De oudere vrouw raakte geagiteerd van de harde geluiden om zich heen.' Synoniem: nerveus maken; in een staat van opwinding brengen Synoniemen: ophi...
1) Actie voeren 2) Ageren 3) Agitatie voeren 4) Drijven 5) Ergeren 6) In staat van opwinding brengen 7) Onrust stoken 8) Onrust teweegbrengen 9) Onrust verwekken 10) Ophitsen 11) Oppoken 12) Opruien 13) Opstoken 14) Opwinden 15) Schudden 16) Verontrusten 17) Zenuwachtig maken 1) Drijven 2) Ophitsen 3) Oppoken 4) Opruien 5) Opstoken 6) Opwinden 7) Schudden 8) Verontrusten 
Let op: Spelling van 1858 bewegen, heen en weder drijven, verontrusten, beangstigen, pijnigen, vervolgen; ook handelen, afhandelen. Agitatie, beweging, onrust des gemoeds; bemoeijing
verontrusten (toon de herkomst via de etymologiebank)
verontrusten
Een massa van een vloeibaar of halfvloeibaar mengsel in voortdurende beweging brengen door roeren of schudden. Dit proces is essentieel bij de voorkristallisatie (het -™tempereren-™) van chocolade.