de bandage zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ bɑn'daʒə ] Afbreekpatroon: ban·da·ge Verbuigingen: bandages (meerv.) verbandmiddel waarmee een lichaamsdeel stevig kan worden verbonden Voorbeelden: 'een bandage aanbrengen' , 'boksen met een bandage om de handen' Gevonden op https://woorden.org/woord/bandage