de bandage zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ bɑn'daʒə ] Afbreekpatroon: ban·da·ge Verbuigingen: bandages (meerv.) verbandmiddel waarmee een lichaamsdeel stevig kan worden verbonden Voorbeelden: 'een bandage aanbrengen' , 'boksen met een bandage om de handen' 5 definities...
1) Brace 2) Breukband 3) Verband 4) Windsel 5) Zwachtel 1) Breukband 2) Buikband 3) Buikcorset 4) Verband 5) Windsel 6) Zwachtel 
Let op: Spelling van 1858 Fr., heelkundig verband, breukband. Bandagist, breukbandmaker, breukmeester
verband, zwachtel (toon de herkomst via de etymologiebank)
verband
verband
Verband, zwachtel, windsel..