de bandiet zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bɑnˈdit ] Afbreekpatroon: ban·diet Verbuigingen: bandieten (meerv.) iemand die misdaden pleegt Synoniemen: : schurk, boef eenarmige bandiet (gokautomaat die je bedient door aan een handel te trekken) gentleman-bandiet (misdadiger die zich gedraagt als een heer) Synoniemen: boef boosdoener booswi... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bandiet
iemand die slechte dingen doet vb: de bandiet overviel een bank Synoniemen: boef crimineel schurk misdadiger schobbejak schoft schooier ellendeling Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=bandiet
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] van bandito, (Italiaans) letterlijk banneling. De in de menigvuldige burgeroorlogen, welke Italie van de 13de tot de 16de eeuw teisterden, gebannen familiën, verenigden zich om hun overwinnaars, zoodra deze de stad verlieten, te overvallen of te bestoken in hun buiten de... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0006.php