
de boosdoener zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈbosdunər ] Afbreekpatroon: boos·doe·ner Verbuigingen: boosdoeners (meerv.) de boosdoen - ster zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈbosdun - stər ] Afbreekpatroon: boos·doe·ner Verbuigingen: boosdoensters (meerv.)
wat of wie de oorzaak van iets slechts is Voorbeelden: 'De boosdoener werd door de ...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/boosdoener

1) Aanrander 2) Aterling 3) Bandiet 4) Boef 5) Booswicht 6) Dader 7) Delinquent 8) Deugniet 9) Dief 10) Galgenaas 11) Galgenbrok 12) Inbreker 13) Misdadiger 14) Onverlaat 15) Schavuit 16) Schelm 17) Schurk 18) Slechtaard 19) Snoodaard 20) Spitsboef 21) Zondaar
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Boosdoener/1

1) Bandiet 2) Boef 3) Booswicht 4) Dader 5) Delinquent 6) Dief 7) Galgenaas 8) Misdadiger 9) Onverlaat 10) Oorzaak 11) Oorzaak van iets negatiefs 12) Schavuit 13) Schelm 14) Schuldige 15) Schurk 16) Slechtaard 17) Slechterik 18) Snoodaard 19) Spitsboef
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Boosdoener/1

iemand die kwaad doet, iets verkeerd heeft gedaan of ergens de schuld van is
Gevonden op
https://anw.ivdnt.org/article/boosdoener
Geen exacte overeenkomst gevonden.