de bandijk zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ban·dijk Verbuigingen: bandijken (meerv.) rivierdijk, geschikt om de hoogste waterstanden bij open rivier te keren . 7 definities
1) Dijk van een rivier 2) Hoge rivierdijk 3) Rivierdijk 4) Waterkering 1) Rivierdijk 
Dijk op grotere afstand van de rivier die het gebied erachter beschermen tegen een overstroming. Het gaat om een hoge dijk die samen met de zomerdijk de uiterwaarden begrensd.
rivierdijk (toon de herkomst via de etymologiebank)
Syn.: rivierdijk ; winterdijk Def.: hoogwaterkering langs een rivier bovenstrooms van het kenteringgebied.
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] de hoge dijk langs een rivier. Omdat men tot het aanleggen van bedijkingen zich vroeger tot het algemeen rechtsgebied, den ban van den Heer moest wenden, om vergunning daartoe te bekomen, verkregen die dijken den haam van bandijken.
rivierdijk
Dijk op grotere afstand van de rivier die het gebied erachter beschermen tegen een overstroming. Het gaat om een hoge dijk die samen met de zomerdijk de uiterwaarden begrensd.
Winterdijk, hoge dijk op grotere afstand van de rivier. De buitenberm ligt aan een uiterwaard. Zie verder bij dijken.