I de bang zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ bEŋ ] Verbuigingen: bangs (meerv.) big bang (ontstaan van het heelal) Synoniem: oerknal II bang bijv.naamw. Uitspraak: [ bɑŋ ] wat je voelt als je denkt dat er iets heel naars gaat gebeuren Voorbeelden: 'bange uren meemaken' , 'bang zijn voor honden' Synoniemen: : angstig, benauwd zo ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bang
Indische hennep of daaruit bereide opium. Sanskriet bhanga. Zie Kern II, blz. 46 e.v. en Yule-Burnell in voce bang [ook: bangie, bangue, bank, bhang]. Gevonden op http://resources.huygens.knaw.nl/vocglossarium/
wie angst voelt of zegt dat hij angst voelt vb: Tina is bang voor muizen zo bang als een haas (of wezel) [erg bang] bang zijn om je aan koud water te branden [overdreven voorzichtig zijn] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=bang
[Soldatentaal, 1914] ik ben bang: dat wil ik wel eens zien. b.v. Een overste zegt. Dadelijk krijg je veertien dagen, als je niet oppast. Antwoord: ik ben bang! Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10742