bannen werkw. Afbreekpatroon: ' ban - nen Herkomst: «Engels Vervoegingen: bande (verl.tijd ) Vervoegingen: geband (volt.deelw.) uitwijzen, uitsluiten van deelname Voorbeelden: 'Groen Links wil kernenergie uit gemeenten bannen' , 'wegens provocerend taalgebruik werd hij van het forum geband' Synoniemen: betoveren bezweren boeien uitbannen u...
1) Belezen van een duivel 2) Betoveren 3) Bezweren 4) Boeien 5) De betovering verdrijven 6) De betoveringen verdrijven 7) Niet toelaten 8) Straf 9) Uitbannen 10) Uitdrijven 11) Uitsluiten van deelname 12) Uitstoten 13) Uitwijzen 14) Uitzetten 15) Vasthouden 16) Verbannen 17) Verdrijven 18) Verjagen 1) Betoveren 2) Bezweren 3) Boeien 4) Uitstoten 5) Uitwijzen 6) Uitzetten 7) Vasthouden 8) Verbannen 9) Verdrijven 10) Verjagen 11) Wegjagen 
verbannen