de bareel zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ba·reel Verbuigingen: barelen (meerv.) Verbuigingen: bareeltje (verkleinwoord) 1) slagboom Voorbeelden: 'De bromfietser reed langs het bareel en werd door de trein gegrepen.' , '(...) en vlucht met zijn dochters weg onderzee...' 2) hekvormige afsluiting van een spoorwegoverga... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bareel