de bassaxofoon zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: bas·saxo·foon Verbuigingen: bassaxofoons (meerv.) Verbuigingen: bassaxofoontje (verkleinwoord) een houtblaasinstrument met een enkelriet Voorbeeld: 'De bassaxofoon is op het mondstuk na, van messing gemaakt.' . 1 definitie...
1) Basinstrument