bebouwen werkw. Uitspraak: [ bəˈbɑuwə(n) ] Afbreekpatroon: be·bou·wen Vervoegingen: bebouwde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft bebouwd (volt.deelw.) 1) gebouwen neerzetten op (een terrein)architectuur Voorbeeld: 'nieuwbouw in bebouwd gebied' bebouwde kom (deel van een dorp of stad waar de gebouwen staan) ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/bebouwen