beduimelen werkw. Afbreekpatroon: be·dui·me·len Verbuigingen: beduimelde Vervoegingen: beduimeld (volt.deelw.) bevlekken door aanraking met vuile vingers Voorbeeld: 'Tot hun grote ergenis beduimelde hij hun vakantiefoto's.' . Synoniemen: besmeuren bevuilen vuilmaken 2 definities...
1) Besmetten 2) Besmeuren 3) Besmoezelen 4) Bevingeren 5) Bevuilen 6) Vuilmaken 1) Besmeuren 2) Bevingeren 3) Bevuilen 4) Debbelen 5) Vuilmaken 
door betasten vuilmaken (toon de herkomst via de etymologiebank)
betasten, behandelen, bevingeren, bepoetelen - Voorbeeld: ‘Verder behandelt Prutske planten en bloemen omtrent gelijk haar Fieten (= poppen), - zij beduimelt en lamoest ze’ - Voorbeeld: ‘De mandemaker nam er een handsvol (sneeuw) op en beduimelde ze, om te zien of ze zou smelten in zijn hand’
door herhaald aanvatten bevlekken