de beenham zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ 'benhɑm ] Afbreekpatroon: been·ham Verbuigingen: beenhammen (meerv.) ham die is bereid terwijl het vlees nog aan het bot van de varkenspoot zat Voorbeeld: 'Een klem waar je een hele beenham in vastzet om die makkelijk met de hand te kunnen snijden.' 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/beenham