begluren werkw. Uitspraak: [ bə'xlyrə(n) ] Afbreekpatroon: be·glu·ren Vervoegingen: begluurde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft begluurd (volt.deelw.) stiekem naar iemand of iets kijken Voorbeelden: 'de buren begluren' , 'Susanna werd in bad begluurd door twee ouderlingen.' Synoniemen: gluren 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/begluren