de behanger zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ bəˈhɑŋər ] Afbreekpatroon: be·han·ger Verbuigingen: behangers (meerv.) iemand die behang op de muren plakt Voorbeeld: 'een ervaren behanger' lul-de-behanger offensief (onhandig en vervelend persoon) 4 definities...
1) Beroep 2) Tapisseerder 3) Tapissier 1) Tapisseerder 2) Tapissier 
iemand die voor zijn beroep behang op muren plakt vb: de behanger heeft onze kamer opnieuw behangen
• [beroep] iemand die beroepsmatig behangsel op de muren aanbrengt.
Het beroepsprofiel van de behanger is niet verbazingwekkend moeilijk: de behanger is in staat zelfstandig een ruimte te behangen naar wens van de klant. Een goede behanger is meestal veelzijdig; kan ook schilderen, een vloer leggen, elektriciteit aansluiten en dergelijke. Hoewel de behanger deze taken meestal niet hoeft uit te voeren is het van bel...